Er komt steeds meer duidelijkheid over hoe werkgevers wel of niet om mogen gaan met werknemers die met verkoudheidsklachten op de werkvloer verschijnen. Zo heeft de rechtbank Rotterdam begin vorige maand– op 6 augustus 2021 – een vonnis over dit onderwerp gewezen.
Wat was er aan de hand: een werknemer die al ruim 21 jaar in dienst was bij werkgever verscheen op de werkvloer met (ernstige) verkoudheidsklachten. Meerdere collega’s verzochten hem of gaven hem het dringende advies om naar huis te gaan. De werknemer weigerde dit en gaf aan dat het te maken had met zijn bronchitis. Twee dagen later bleek de werknemer besmet te zijn met het coronavirus.
De werkgever heeft een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter. Werkgever is van mening dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld door met verkoudheidsklachten op het werk te verschijnen. Hiermee heeft hij – nu hij later positief op Corona bleek – zijn collega’s blootgesteld aan het coronavirus en de mogelijke gevolgen hiervan. Ook heeft hij in strijd gehandeld met intern ‘’corona-beleid’’. Anderzijds is de werkgever van mening dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding binnen het arbeidsrecht.
Wat vindt de kantonrechter? Die concludeert kort maar krachtig: het enkele feit dat de werknemer met verkoudheidsklachten naar het werk is gegaan en niet naar huis, ondanks dat we midden in een wereldwijde pandemie zitten, vindt de kantonrechter onvoldoende. De kantonrechter weegt mee dat werknemer zich een dag later heeft laten testen, een solistische functie had met weinig contact met collega’s en dus weinig collega’s heeft blootgesteld aan een mogelijke coronabesmetting.
Dan de verstoorde arbeidsverhouding. Zoals opgemerkt kwalificeert de kantonrechter het toch gaan werken met verkoudheidsklachten niet als verwijtbaar handelen als grondslag voor het ontslag. Maar doordat de werknemer na aandringen van collega’s niet naar huis is gegaan, maakt dat hij wel het vertrouwen van deze collega’s en ook van zijn leidinggevenden heeft beschaamd. De kantonrechter weegt daarbij mee dat de werknemer aan het re-integreren was en dus onmiddellijk zijn werkzaamheden kon laten vallen (een vervanger was niet nodig). Het verstoorde vertrouwen is extra verstoord geraakt doordat de vrees van collega’s waarheid werd; hij bleek twee dagen later Corona te hebben. In de procedure bleef werknemer stellen dat de verklaringen van de collega’s onjuist waren, dat zij logen en hij toonde geen enkel berouw. Dit werd de werknemer zwaar aangerekend; het bevestigt de vertrouwensbreuk en maakt de vertrouwensbreuk waarschijnlijk groter.
Kortom, de kantonrechter is van mening dat de werknemer niet kan terugkeren op de werkvloer en ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.
Na 21 jaar dienstverband hoestend op de werkvloer verschijnen tijdens een pandemie is deze werknemer dus duur komen te staan; de arbeidsovereenkomst is ontbonden. De werknemer kan dus op zoek gaan naar ander passend werk na 21 jaar ‘’trouwe’’ dienst.
Voor meer informatie over arbeidsrecht of als u een arbeidsrecht advocaat nodig heeft, kunt u contact opnemen met Arco Blankestijn, Marloes Buld of Kim Fraterman.
Professioneel, flexibel & laagdrempelig
Vrijblijvend met ons in gesprek?
Wilt u meer weten over onze werkwijze of specialismen? Wij denken graag met u mee.